In het Rijksarchief in Leuven bevindt zich een dikke map met diverse stukken,
geklasseerd onder het Kerkarchief van Vlaams-Brabant nr. 20.054. Eén document
gaat over de aanstelling van schoolmeester Gregorius Verreckt op 30 juni 1665. De
tekst is zeer interessant, omdat hij een licht werpt op het toenmalige onderwijs in
Langdorp. Buiten het lesgeven moest de schoolmeester ook instaan voor het
opluisteren van de mis met gezangen.
Gemakshalve heb ik gewone afkortingen opgelost. Let wel: ú is te lezen als v in
woorden als leúeren (= leveren), schrijúen (= schrijven).
Op naerbeschreúen conditie hebben die dorpmeesters Peeter Peeters met Jaspar
Peeters, Francois de Caerl met Huybrecht Henricx kerckmeesters, Henrick
Verreycken met Peeter Henricx H. Geestmeesters tot Langdorp, met consent van
men heer Raúeschot Pastoor, gehuert Gregoris Verreckt om die Jonckheyt te
doceren eenen termijn van dry Jaeren, jngegaen St Jansmis lestleden (1) waer van
dat St Jansmis Baptist Anno 1666 dierste Jaer sal verúallen wesen, mits dat hij sal
gehouden wesen schole te houden van acht uren precies totten elfúen, oft wel eer,
ende vanden eenen totten vieren, oft corts daer naer tswinters, maer tsomers totten
vijfúen, ende als dan daegelycx het loff mette kinderen ten singhen.
Jtem die ionckheyt te moeten leeren tzy jnde Latijnsche oft moederlycke taelen,
naer het versueck vande Ouders, de selue soo jonghers als dochters te leeren lesen
ende wel spellen, schrijúen, het cijfer als ander getal wijs te maecken, pennen te
snyden, alle xv daghen nieuwe voorgheschriften (2) te moeten geúen, tweemael
daegs hun geschriften t'examineren, ende doen thoonen, daegs vier lessen te
geúen, dempto (3) het dynssdaegs ende donderdaegs een lesse min, alst
speeldaeghen van de kinderen zijn.
Jtem die kinderen in gheschicktheyt (4) ende ontsach te houden, te oeffenen int
chatigeeren (5), ende goede manieren, besonder het saterdaegs, ende in ordre jnde
kercke hun te stellen, de selue inde cathechisatie als sermoon te bringen alle
sondaeghen.
Jtem sal oock eenighe kinderen die missen te leeren dienen, ende die goede
stemmen hebben, moeten leeren singhen, en hun die sleutels mette noten wys
maecken ende leeren vanden sanck tot onderhout vanden choor, in den dienst
Godts.
Jtem sal den selúen schoolmeester oock moeten alle sondaeghen ende andere
feestdaeghen moeten compareren met syne schoelieren inden dienst vande
hooghmisse, metten ende vesperen, om den sanck te heffen oft t'assisteren, sonder
hem te mogen absenteren, ten waere met consent vanden heer pastoor, hem oorloff
ghevraeght hebbende.
Jtem en sal den schoolmeester voorschreúen wegen synen dienst vuijtter schole
nijet moghen absenteren, ten waere op eenighe vuijtvaerden (6) oft kinderen te gaen
heffen (7), van syne vrinden, eúen wel sal alsdan andere kinderen die meest weten,
die minste moeten lessen geúen, maer andersints in syne particuliere affaieren
buyten doende, sal gehouden wesen eenen anderen jnde schole moeten setten.
Met conditie voorders, jndien den schoolmeester op een ander beter conditie wist
te becomen, sal altyt met het jngetreden Jaer mogen scheyden, behoudelyck dry
maenden van te vooren daer van advertentie te doen, waertegens dat die
voorschreúen dorp, kerck als heyligeestmeesters oock reserúeren hunlieden
opsegghen altyt jngeúal van misdienninghe contrarie dese conditie. Ock jndijen
parthijen in wederzijden voor de expiratie (8) van den voorschreúen termijn van dry
Jaeren geene opsegginghe en deden, soo sal ten tweeden termijn tocite (9) intreden
sonder andere hueringhe sal moeten maecken, voor welcken jaerlycken dienst soo
geloúen (10) die voorschreúen dorpmeesters, kerck ende h. geestmeesters, aenden
voorschreúen schoolmeester iaerlijcx te betaelen tachtentich guldens, voor den
sanck oft het houden vanden choordienst, tweelf guldens voor het donderdaegs
ende t saterdaeghs, vande missen te singen noch ses guldens, alle Jaer, van den
vuytvaert seúen stuyúers, vande Jaergetyen naer voorgaende manieren, vande
kinderen ter scholen comende alle dry maenden vj stuyúers j oort, vuytgenomen
vande gene, die het jncomen vande tafel des H. Geests zijn genietende, waer voor
dat die h. geestmeesters alle dry maenden hem sullen leúeren vier halsters rogs, al
op parate executie sonder daer om te moeten dingtaelen (11), dies sal den
schoolmeester moeten goede notie boeck houden, wegen die schoolkinderen, die
selúe alle drij maenden op te schrijúen, om hem daer naer te reguleren, al waert
datse daegelycx nyet en quamen ter scholen, oock sal hy allen die ionckheyt oft
jongers moeten oeffenen tot bequaemicheyt (12) vande misse te connen dienen,
alser een geluyt wort, nyettegenstaende den Coster present oft absent is, om die
selúe te dienen, dan jnden tyt vanden oigst, als d'Ouders vande kinderen, die van
doen hebben, soo sal den schoolmeester wegen het loff te singhen, oft heele daegen
te moeten doceren, vijff weken lanck eenichsints geexcuseert zijn, dan nyet op
sondaghen oft heylige daegen als voor.
Ten lesten wordt geconditioneert dat den voorschreúen schoolmeester eer hy
sijnen jntre sal doen moeten reele cautie (13) stellen voor dry hondert guldens eens,
tot ontlastinghe vande tafel des H. Geests, voor die kinderen die hy moecht
verwecken binnen desen dorpe. Alle welcke voor verhaelde poincten soo geloeft den
voorschreúen Verrect hem daer naer te reguleren, ende wel t'onderhouden, onder
obligatie se et sua. Ende die voorschreúen dorpmeesters mette regeerders
voorschreúen geloúen mits desen, alle vierendeelen Jaers te doen, oft doen doen,
loffelycke betalinghe, daer voor verobligeren, d jnnecomen vande ghemeyntenaeren,
kerck ende H. Geest elck int sijne, gelyck het voorschreúen is sonder ontrouw
tanquam debitum assecutum (14). Actum et stipulatum (15) opden lesten Juny 1665
ten huyse vanden papengaye. Coram (16) Merten Geijskens ende Henrick
Vandenwyere Schepenen, ende die ses ghehuchtmeesters ende hebben partyen
hinc jnde (17) dese onder hun signatuere onderteeckent my present als notaris
tselúe stipulerend, ende was onderteeckent die minute oft het originael aldus:
Gregorius Verrect, Jasper Peeters, Peeter Peeters, Huijbrecht Henricx, dusdanich
(ende) daer bij het teecken van Peeter Henricx, Willem Sels, Jan Verelst, Henderick
Vanden Wijere, Merten Geijskens, Et me presente als Dorps schrijúer ende notaris,
ende was onderteeckent M. Vander Borcht notaris publicus.
(1) Sint-Jansmis: 24 juni.
(2) voorgeschrift: inleiding, nieuw hoofdstuk.
(3) dempto: uitgezonderd.
(4) geschicktheyt: voegzaamheid.
(5) chatigeeren: zich leren bedwingen.
(6) uitvaartplechtigheid, lijkdienst.
(7) heffen: ten doop heffen.
(8) expiratie: afloop, einde van een termijn.
(9) tocite: misschien te lezen als tacite = stilzwijgend.
(10) geloven: beloven.
(11) dingtaelen: spreken zoals in een proces.
(12) bequaemicheyt: geschiktheid.
(13) cautie: borgstelling, waarborg.
(14) tanquam debitum assecutum: in zoverre de taak volbracht is.
(15) actum et stipulatum: gedaan en plechtig beloofd.
(16) coram: in aanwezigheid van.
(17) hinc jnde: van hier van daar = wederzijds.
© 2008 Edelhart Kempeneers
XHTML 1.0 Transitional